Voedselpark Amsterdam bestaat uit een groeiende groep vrijwilligers die hun passie en kennis inzetten om de Lutkemeerpolder te redden van de verdozing en er een prachtig Voedselpark te verwezenlijken. Een van hen is stedebouwer Danny Edwards, die nu werkt aan een stedenbouwkundig plan.
In januari presenteert stedenbouwkundige Danny namens Voedselpark een visueel uitgewerkt en financieel onderbouwd plan voor de verwezenlijking van Voedselpark Amsterdam. Danny heeft zich aangemeld als vrijwilliger en aangeboden 150 uur te steken in het maken van een stedenbouwkundig plan. In zeven vragen maken wij nader kennis met Danny en licht hij een tipje van de sluier op over het plan.
Je bent stedenbouwkundige. Kun je uitleggen vanuit je professie waarom de gemeente beter niet kan bouwen in de Lutkemeerpolder?
“De Lutkemeerpolder is de allerlaatste polder binnen de gemeentegrenzen waar landbouw mogelijk is. De Lutkemeer is niet de allerlaatste plek waar bedrijfsbebouwing kan komen.”
Je bent bezig met een stedenbouwkundig plan. Kun je een tipje van de sluier oplichten?
“Ik wil graag een plan maken voor een agro-ecologische broedplaats. Waarin de bijzondere bodem en het landschap centraal staan. En alle ondernemingen op één of andere manier bezig zijn met het thema regeneratieve landbouw. Dus eigenlijk nog steeds een bedrijventerrein, maar met veel minder bebouwing dan de gemeente altijd voor ogen had. De hele Lutkemeer wordt dan een plek waar meer Amsterdammers dan nu heen gaan. Om zelf stadslandbouw te bedrijven, andere activiteiten te ontplooien of gewoon een stukje te wandelen of fietsen. Een groeiende stad heeft dat soort plekken keihard nodig.”
Heeft bouwen in de Lutkemeerpolder ook effecten voor de leefbaarheid in Amsterdam Nieuw-West?
“Amsterdam groeit. Hoe meer mensen er wonen, hoe meer open en groen landschap we nodig hebben. In stadsdeel Nieuw-West wordt de hoeveelheid groen elk jaar juist een beetje kleiner. Dat maakt het omliggende groene landschap, zoals de Lutkemeer, steeds belangrijker.”
Je hoort weleens dat het waterpeil in de nabijgelegen delen van de stad gaat stijgen als de Lutkemeer volgebouwd wordt. Klopt dit?
“De Lutkemeer ligt 5 meter onder zeeniveau. Elke stedenbouwkundige snapt dat dit geen plek is waar je veel en grote gebouwen neer moet zetten. Bij echt grote, tropische buien gaat dat in de toekomst steeds vaker problemen opleveren. Ook in Osdorp en De Aker.”
Je komt zelf uit Amsterdam Nieuw-West. Wat betekent de Lutkemeerpolder eigenlijk voor jou persoonlijk?
“We fietsten ’s zomers vroeger veel. Ik heb nog wel vage herinneringen aan de Lutkemeerweg en Ringvaart van toen. De stad voelde heel ver weg daar.”
Je hebt je aangemeld als ambassadeur voor het Voedselpark. Wat was voor jou de reden om je aan te sluiten?
“Ik geloof in Voedselpark. Het moet er komen en het gaat er komen. Het is precies wat de stad NU nodig heeft. En het is heerlijk om met een groep goede en bevlogen mensen aan een concreet project voor een betere toekomst te werken. Ik stop er energie in, maar ik haal er ook veel energie uit.”
Welke boodschap wil jij de gemeente meegeven als het gaat om de Lutkemeerpolder?
“Stop ontwikkelaar spelen. Neem je taak als lokale overheid serieus en heb de moed om na twintig jaar eindelijk een gemaakte fout te herstellen en voor een nieuwe koers te kiezen: Voedselpark. Met daarin alle ruimte voor moderne ondernemers die met goed en betaalbaar lokaal voedsel bezig zijn. Op een manier die economisch levensvatbaar is en elders herhaalbaar is. Daar wordt toch iedere burger blij van?”
Ook vrijwilliger worden?
Wil jij je net als Danny ook inzetten voor Voedselpark Amsterdam? Kijk dan op deze pagina wat je kunt doen.
Over Danny Edwards
Stedebouwkundige Danny Edwards (Amsterdam, 1961) richt zich op de ontwikkeling van de stad. Als mede-eigenaar van ontwerpbureau Blau maakt hij stedenbouwkundige plannen en netwerkanalyses. Zo ontwikkelde hij de plannen voor De Hallen in Amsterdam, en adviseerde hij over fietserstunnels onder NS-stations. Hij richt zich op onderzoek naar de relatie tussen de fysieke stadsstructuur en de sociaal-economisch consequenties voor de burger. Zijn vraag: hoe bouwen we aan een intrinsiek duurzame toekomst?