Het Nederlandse landschap ondergaat ingrijpende veranderingen door de groei van grootschalige distributiecentra en recreatiewoningen. Het recente rapport ‘Het landschap geduid’ van het Centraal Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft de aandacht gevestigd op deze ontwikkelingen. Terwijl deze distributiecentra ongetwijfeld economische voordelen bieden, rijst de vraag: Wat is de verborgen prijs die we betalen voor deze groei?
Decennialang heeft de Nederlandse regering de positie van Nederland als distributieland willen versterken. Dit heeft geleid tot de komst van talloze grootschalige distributiecentra, die nu prominent aanwezig zijn in ons landschap. Een zichtbaar en direct gevolg van deze centra is de landschapsvervuiling die we door het hele land zien, maar met name langs de belangrijkste transportcorridors van zuidelijk Noord-Holland en Zuid-Holland naar Noord-Brabant, Zuid-Gelderland en Noord-Limburg.
Naast de zichtbare impact op het landschap brengen deze centra andere ruimtelijke effecten met zich mee. Ze resulteren in een toename van vrachtverkeer, wat nieuwe wegen en infrastructuur vereist. Dit kan leiden tot verdere aantasting van het landschap, congestie en luchtkwaliteitsproblemen in aangrenzende gebieden. De groei van het zware vrachtverkeer heeft ook geleid tot een aanzienlijke onderhoudsbehoefte van de wegeninfrastructuur.
Hoewel grootschalige distributiecentra banen creëren, is de lokale werkgelegenheid voornamelijk van laaggeschoolde aard en sluit deze vaak niet aan bij de behoeften van de Nederlandse arbeidsmarkt. Dit heeft geleid tot de werving van arbeidsmigranten en de daarmee samenhangende behoefte naar geschikte huisvesting voor deze groep (SZW 2023).
Hoewel distributiecentra banen creëren, zijn deze vaak van laaggeschoolde aard, en de lokale afhankelijkheid van een enkele sector met soms weinig toegevoegde waarde neemt toe. De veronderstelde regionale economische baten van grote distributiecentra blijken zelfs niet te kunnen worden aangetoond (Tabak 2022).
Bovendien past de ontwikkeling van deze centra niet in de ruimtebehoefte van een 100 procent circulaire economie, een doelstelling die Nederland zich voor 2050 heeft gesteld. Het aantal XL en XXL distributiecentra (>2 hectare) is in slechts enkele jaren met meer dan 40 procent gestegen.
De groei van grootschalige distributiecentra roept ernstige zorgen op over de toekomst van het Nederlandse landschap, werkgelegenheid en duurzaamheid. Er is een groeiende roep om ingrijpende veranderingen in de logistieke sector, zoals benadrukt door Rijksadviseur Wouter Veldhuis, die pleit voor een verschuiving naar circulaire logistiek en duurzame economie. Ook logistiek expert Walter Ploos van Amstel is kritisch op de sector maar ook op het beleid van de gemeente Amsterdam ten aanzien van stadslogistiek. Hij noemt de plannen in de Lutkemeerpolder achterhaald. “Vastgoedontwikkelaars lijken in de Lutkemeerpolder een ‘carte blanche’ te hebben gekregen om voor hun eigen financiële gewin te gaan, ten koste van Amsterdam, de natuur en bewoners.”
Het is essentieel dat Nederland aandacht schenkt aan de sociale, economische en ecologische gevolgen van grootschalige distributiecentra en de roep om een duurzamere aanpak serieus neemt. Anders zou de laatste vruchtbare grond van onze steden voorgoed kunnen verdwijnen, met aanzienlijke gevolgen voor de toekomst van ons land. Het is hoog tijd voor een heroverweging en een focus op een toekomst die zowel economisch voordelig als milieuvriendelijk is.