Beste raadsleden,
In mijn jonge jaren als stadsverslaggever, vanaf 1978 bezocht ik voor de krant regelmatig commissievergaderingen. Ik vind het dus wat ingewikkeld om hier als inspreker te zitten, terwijl ik de stad mijn hele leven diende als journalist en dus nooit zo zichtbaar partij ben geweest. Toch neem ik nu de moeite uw commissie te vragen de akkers van de Lutkemeerpolder helemaal te bestemmen voor stadslandbouw.
Mijn interesse in de polder werd ooit gewekt door de zaak Hooijmaijers. Deze gedeputeerde van Noord-Holland had de Lutkemeer tot 2009 in zijn portefeuille. Als VVD-politicus en vastgoedondernemer draaide hij wegens corruptie twee jaar de bak in. Zijn erfenis bestaat uit een bestuursconstructie voor de Lutkemeer waarin allerlei belangen een ondoorzichtige rol spelen. Dankzij deze bestuurlijke rookgordijnen verdampte volgens mij de publieke interesse in de polder. Zeker die van mij en misschien ook wel die van U?
Bij de vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan in 2013 maakte ik mij zodoende niet druk. Te ingewikkeld. Wel ging ik later nog eens groenten halen bij boerderij de Boterbloem, waar ze de allerlekkerste capucijners van de stad verkopen. Toen hoorde ik over de grijze dozen. Vlak voor mijn pensionering als journalist, najaar 2019 gingen we aldus met de Amsterdamse straatkrant Z! de Lutkemeer in en wat bleek? Het altijd smeulende verzet tegen de uitverkoop van deze kostbare poldergrond was opgevlamd.* En wordt sindsdien steeds breder gedragen.
Aan de landbouwuniversiteit van Wageningen leren studenten dat de Lutkemeerpolder, ik citeer: ‘een schoolvoorbeeld is van een groengebied dat wordt opgeofferd aan het grootkapitaal, als gevolg van grondspeculatie en corruptie.’** Hoe is dit in godsnaam mogelijk met de huidige kennis over de agrarische transitie waar we hoe-dan-ook naar toe moeten? En met deze prachtige vruchtbare akkers van zeeklei, ook wel zwart goud genoemd! Waarom ziet dit stadsbestuur niet dat economische groei grenzen heeft?
Mijn ouders hebben in hartje Amsterdam de hongerwinter van 1945 overleefd. Zij trokken naar de polder om eten te halen bij de boeren. Tienduizenden mensen kwamen die winter in het Westen van Nederland om. Met dat schrikbeeld ben ik grootgebracht en zeg nou zelf: zoiets kan toch gemakkelijk weer gebeuren? Alleen dát al zou u de ogen moeten openen voor het grote belang van een flink voedselpark aan de rand van de stad. Maar er zijn natuurlijk legio argumenten om de kostbare natuurlijke staat van de Lutkemeerpolder te behouden.
Groen denken zit bij Amsterdammers in de genen, luister naar de bevolking! Zo ontstonden in 1987 onze biologische markten vanuit de Jordaan. Op de gemeentesite over de Noordermarkt lees ik: ‘deze straathandel is tot op heden van het allergrootste belang voor de sociaal-economische ontwikkeling van de stad.’ Wat zou er mooier zijn dan deze markten mede te bevoorraden met groenten uit de Lutkemeer?
Lieve commissieleden, ga deze zomer eens fietsen in die polder, u wordt verliefd. En u staat daarmee aan de goede kant van de geschiedenis, dat verzeker ik u. Verdiept u alstublieft met een open oog in de argumenten van Voedselpark Amsterdam en besluit Anders, dat ligt in uw macht. De huidige tijd smeekt om flexibel en moedig handelen. Kom alstublieft in beweging, de snel oprukkende klimaatverandering vraagt uw doortastend optreden!